Het aantal hoefsmeden dat staat ingeschreven in het Handelsregister is stabiel te noemen: over de afgelopen vijf jaar is slechts een lichte stijging te zien, van 613 naar 639, een toename van 4%. Veruit de meeste zijn te vinden in Noord-Brabant, gevolgd door Gelderland. Dit blijkt uit cijfers van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK).
Voor het hoge aantal in Gelderland heeft hoefsmid Lotte de Smet, zelf ook gevestigd in deze provincie, wel een verklaring: “Gelderland is een rijk paardengebied. De paardensport leeft hier heel erg.” Een eigen website of advertenties plaatsen is voor haar dan ook niet nodig. “Mijn werk is mijn visitekaartje, zo werkt het in dit vak. Het duurde even voordat ik een klantenkring had opgebouwd, maar als je die eenmaal hebt en fysiek houd je het vol, dan stap je volgens mij niet meer zomaar uit dit vak.”
De weg ernaartoe is in dit vak anders dan bij veel andere beroepen. “Het is iets dat je echt leert in de praktijk. Bij de opleiding begin je op ‘dode voeten’, afkomstig van de paardenslager, daarna ga je stagelopen en leer je het werken met paarden. Dan komen veel mensen er ook achter hoe zwaar dit werk fysiek is. Na tien jaar kom ik nog steeds situaties tegen die nieuw voor me zijn. Ik neem dan contact op met mijn leermeester om te overleggen.”
Bron: KVK Handelsregister
Zorgen om kwaliteit
Sinds 1994 is hoefsmid een vrij beroep. Dit baart de Nederlandse Vereniging van Hoefsmeden (NVvH) grote zorgen. “Er zijn steeds minder gecertificeerde hoefsmeden, waardoor de kwaliteit van het werk en het dierenwelzijn echt in gevaar komen”, zegt bestuurslid Dries Boink. De vereniging doet haar best om het weer tot een beschermd beroep te maken, maar Boink vreest dat dat niet zal gaan lukken. “We moeten ons er met zijn allen bewust van zijn dat een paard zich niet kan verdedigen en dat wij een grote rol spelen in het welzijn van dit dier. Daarom raden we paardenhouders aan om de smid altijd naar een diploma te vragen.”
Aantal hoefsmeden per provincie
De Smet en Boink zijn het erover eens dat het een bijzonder beroep is. “En het is een absolute must om van paarden te houden, anders kun je dit werk niet doen.”
Van extra drukte tijdens de Sinterklaas-periode is volgens Boink geen sprake. “Wij zorgen er het hele jaar door voor dat de paarden er goed bij staan.”